Jubileum Delineavit et Sculpsit: een terugblik
Tijdens het jubileumsymposium in Teylers Museum op 13 mei 2022 wordt nummer 50 van ons tijdschrift gepresenteerd. In dat nummer staan wij ook stil bij de geschiedenis van het tijdschrift sinds het eerste nummer in augustus 1989 en de belangrijke rol die Jaap Bolten (1934-2021) daarin heeft gespeeld. Hieronder staat een uitgebreide versie daarvan.
Een korte terugblik op de geschiedenis van Delineavit et Sculpsit
‘Al een aantal eeuwen bestaat in Nederland een opvallende belangstelling voor […] de grafische kunsten. […] Merkwaardig genoeg bestaat er geen tijdschrift dat specifiek de Noord- en Zuidnederlandse prent- en tekenkunst tot onderwerp heeft. De redactie is van mening dat er aan zo’n tijdschrift behoefte bestaat’. Met deze woorden opende het ‘Ten Geleide’ van het eerste nummer van Delineavit et Sculpsit, in augustus 1989. De initiatiefnemer was Jaap Bolten (1934-2021), gesteund door Janno van Tatenhove (1940-2010). Zij waren behalve respectievelijk hoofdconservator en conservator aan het Prentenkabinet der Rijksuniversiteit te Leiden ook respectievelijk hoofddocent en docent bij het Kunsthistorisch Instituut. Zij vonden dat het Prentenkabinet met zijn belangrijke collectie prenten en tekeningen de uitgave van een dergelijk tijdschrift op zich kon en moest nemen. De eerste aflevering was dan ook gevuld met bijdragen van Leidse docenten en oud-studenten. Echter, zo werd in het ‘Ten Geleide’ benadrukt, Delineavit et Sculpsit beoogde geen exclusief Leids tijdschrift te zijn maar een landelijk forum. Niet-Leidse scribenten werden daarom nadrukkelijk uitgenodigd om ook bijdragen in te zenden.
De redactie van het tijdschrift, dat als voorlopige naam ‘Bulletin van het Prentenkabinet’ kreeg, werd al vier jaar voor het verschijnen van het eerste nummer gevormd door Bolten, Van Tatenhove en twee in Leiden afgestudeerde kunsthistorici: Albert Elen, conservator bij de Koninklijke Bibliotheek, later senior conservator tekeningen en prenten van Museum Boijmans Van Beuningen en Thera Folmer-von Oven, conservator van de (particuliere) Liberna Collection in Hilversum. Elen stelde op de valreep van de eerste druklegging de naam van het nieuwe tijdschrift voor, nadat verschillende andere opties de revue waren gepasseerd. De thuisbasis was het Prentenkabinet op Rapenburg 65 en de uitgever was de vriendenstichting – ook een initiatief van Bolten. In dit statige pand vonden van februari 1986 tot december 2001 de redactievergaderingen plaats en werden de pas gedrukte exemplaren in enveloppen gestoken en geadresseerd voor verzending. Om frankeerkosten te besparen namen de redacteuren exemplaren mee naar huis om zelf lokaal te verspreiden.
In januari 1990 werd de lancering van Delineavit et Sculpsit in het tijdschrift De Boekenwereld aangekondigd als ‘de emancipatie op een eigen podium van artikelen die voorheen als miscellanea een plaats kregen in het Leids Kunsthistorisch Jaarboek’ (jrg. 6, nr. 2, p. 64). Onder die naam werd in ons tijdschrift een speciale rubriek gestart voor korte bijdragen, bijvoorbeeld de toeschrijving van een enkele tekening of prent, door Van Tatenhove steevast aangeduid als ‘RKD-poepje’. Deze rubriek aan het eind van het nummer bleek in een behoefte te voorzien en bestaat nog steeds, hoewel minder frequent voorkomend. Daarnaast werden er substantiële bijdragen aangeboden van eigen bodem en later ook uit het buitenland. Sommige artikelen verschenen in het Engels, Frans of Duits. Om het buitenlandse potentieel te verhogen besloot de redactie om Engelse samenvattingen bij de Nederlandse teksten op te nemen. Voor beginnende onderzoekers was er ook ruimte. In het ‘Ten Geleide’ bij het eerste nummer stond niet vermeld de wens om met het ‘eigen’ tijdschrift aan studenten een laagdrempelig podium te bieden om hun eerste wetenschappelijke artikel te publiceren, dat zou kunnen voortkomen uit onderzoek tijdens werkgroepen en scripties. Helaas is hiervan maar weinig gebruik gemaakt. De enige ‘student’ die een artikel bijdroeg aan het eerste nummer was Paula Wunderbar, die later nog enkele artikelen en miscellanea leverde. Pas veel later bleek dat dit een pseudoniem was van Van Tatenhove, die onder eigen naam al veel bijdragen leverde. Van Tatenhove, een begenadigd onderzoeker en schrijver, heeft ook drie artikelen samengesteld met de titel ‘Lairessiana’ (nummers 16, 17, 21), waarin de onderzoeksresultaten van zijn werkgroep gewijd aan het oeuvre van Gerard de Lairesse werden gepubliceerd.
In de loop der jaren werden verschillende themanummers uitgebracht, vaak in samenwerking met een museum. Nummers 13 en 14 (beide in 1994) werden gepubliceerd als catalogi bij tentoonstellingen in Stedelijk Museum De Lakenhal te Leiden, de eerste over de ruïne van Rijnsburg in tekening en prent (het resultaat van twee werkgroepen onder leiding van Bolten) en de tweede over het tekengenootschap Ars Aemula Naturae. Ook bij een tentoonstelling van tekeningen uit het Leidse prentenkabinet, Van ontwerp naar prent in de Lakenhal, verscheen een themanummer (27 in 2003). Themanummer 24 (2001) verscheen ter gelegenheid van de tentoonstelling Jheronimus Bosch in Museum Boijmans Van Beuningen. Daarin werden de tekeningen van deze kunstenaar in Wenen en Brussel beschreven door de specialisten Fritz Koreny en Erwin Pokorny. Ook voor de ontsluiting van deelcollecties van musea en kleine verzamelingen was Delineavit et Sculpsit een geschikt platform. Nummer 18 (1997) was gewijd aan de verzameling van de Stichting Jean van Caloen (Loppem, België) en nummer 28 (2004) aan het tekeningenkabinet van het Musée d’art et d’histoire te Genève. In nummer 43 (2018) werden hoogtepunten gepresenteerd uit de collectie tekeningen van Museum Het Catharijneconvent in Utrecht. Dit nummer werd gepresenteerd tijdens een symposium in het museum, georganiseerd door Delineavit et Sculpsit. Deze vorm van samenwerking met musea betekende een verhoging van de oplage.
Door de jaren heen verschenen ook themanummers over afzonderlijke, vaak minder bekende meesters, waaronder Hermanus van Brussel (nummer 20, 1999), Anthonie Crussens (nummer 22, 2000) en Pierre Rucholle (nummer 47, 2020). Themanummers over één onderwerp waren onder andere het reeds genoemde ‘Van ontwerp naar prent’ (nummer 27, 2003) en ‘À l’ impromptu. Een weinig gekend aspect van de Hollandse achttiende-eeuwse tekenkunst’ (nummer 40, 2016).
De voorgenomen frequentie van verschijnen, tweemaal per jaar, werd niet altijd gehaald en in 2008 verscheen zelfs geen enkel nummer. Dit was te wijten aan gebrek aan kopij of beperkte beschikbaarheid van de redactieleden die het vrijwilligerswerk naast hun officiële functies verrichten. Zo zijn inmiddels 50 nummers in 33 jaar verschenen. Waar de eerste elf nummers gemiddeld slechts 36 pagina’s elk omvatten, is daarna de omvang gestegen, met als hoogste 156 pagina’s (nummer 41). Het gemiddelde aantal pagina’s van de verschenen 50 nummers is 64.
Het aantal institutionele abonnees/donateurs (momenteel honderd musea, universitaire bibliotheken en kunsthandels, waarvan 30 via subscription services) is ongeveer even groot als het aantal particuliere donateurs. Het is gebleken dat Delineavit et Sculpsit in de bibliotheken van het RKD en Nederlandse musea een geliefd tijdschrift is, gelet op het feit dat nummers vaak niet op hun plaats staan want in gebruik bij medewerkers en andere onderzoekers.
De oorspronkelijk vierkoppige redactie werd al gauw, in 1991, versterkt met Charles Dumas, hoofdconservator oude kunst van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag, en Robert-Jan te Rijdt, conservator tekeningen van het Rijksprentenkabinet in Amsterdam, beide afgestudeerde Leidse kunsthistorici. In 1996 nam Jef Schaeps, ook in Leiden afgestudeerd en sindsdien werkzaam bij het Prentenkabinet, de taak van secretaris op zich (1996-1998). Hij werd in 2000 opgevolgd door Eric Löffler, afgestudeerd in Utrecht en conservator tekeningen en prenten bij het RKD, die aanbleef tot zijn plotselinge overlijden in 2016. In 2007 trad Peter van der Coelen, conservator prenten in Museum Boijmans Van Beuningen, tot de redactie toe. Na het afscheid van Jaap Bolten in 2013 nam Yvonne Bleyerveld zijn plaats in de redactie over. In 2018 nam zij afscheid van onze redactie vanwege haar toetreding tot de redactie van het tijdschrift Oud Holland.
De start van Delineavit et Sculpsit zou onmogelijk geweest zijn zonder structurele financiële ondersteuning. De eerste 23 jaar was Rob Noortman (1946-2007) van kunsthandel Noortman Master Paintings in Maastricht onze vaste en royale sponsor, totdat zes jaar na zijn overlijden de kunsthandel werd opgeheven. Vanaf 2013 (nummer 36) werd de sponsoring overgenomen door de Fondation Custodia in Parijs. Voor enkele extra dikke nummers is additionele sponsoring geregeld (40, 41 en 43). Hierdoor kan de stichting, die beschikt over de ANBI-status (Algemeen nut beogende instelling) en fiscaal is vrijgesteld, de financiering van het tijdschrift al jaren rondmaken, met een klein belegd kapitaal om eventuele financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Albert Elen is de penningmeester sinds de oprichting van de stichting eind 1999. Jaarlijks – in de praktijk vaak driejaarlijks – worden een bestuursverslag en een begroting+exploitatierekening vastgesteld. In 2011 is voor het eerst een beleidsplan opgesteld voor de periode 2011-2020. Deze documenten worden, als vereist vanwege de ANBI-status, op de eigen website geplaatst.
Op 17 november 1999 werd in Leiden de Stichting Delineavit et Sculpsit opgericht, met als belangrijkste doelstelling de uitgave van het gelijknamige tijdschrift. Eerste voorzitter werd, uiteraard, Jaap Bolten, die in 2012 vanwege zijn vorderende leeftijd (78) de hamer overdroeg aan Charles Dumas. Omdat Bolten tot dan toe alle 35 verschenen nummers had vormgegeven en ook daarmee ophield, was dat het moment om een professionele opvolger te zoeken en deze het tijdschrift te laten restylen voor een meer eigentijdse uitstraling. Dit bracht wel structureel extra kosten met zich mee aangezien Bolten het werk onbezoldigd gedaan had, met door ons tijdschrift gefinancierde technische apparatuur. Grafisch ontwerper Gerrie van Adrichem leverde op basis van het bestaande, door haar vakgenote Arlette Brouwer in 1989 bedachte, handzame vierkante formaat een nieuwe huisstijl en zij is sindsdien, beginnend met nummer 36 (2013), verantwoordelijk voor de vormgeving van ons tijdschrift. De technische ontwikkelingen in de grafische industrie en lager wordende kosten maakten het mogelijk om alle afbeeldingen in kleur te laten drukken, hetgeen ook sterk heeft bijgedragen aan een fraaiere uitstraling van het tijdschrift.
Actuele informatie over de stichting en het gelijknamige tijdschrift is sinds januari 2000 te vinden op de door Albert Elen gestarte website www.delineavit.nl. Hierdoor kan de stichting een veel groter publiek bereiken en de inhoudsopgave van de afleveringen van het tijdschrift op trefwoord eenvoudig online vindbaar maken (de volledige digitale ontsluiting van de inhoud wordt overwogen). Er is een nieuwsrubriek met berichten over functiewisselingen in musea, evenementen, en publicaties. Tevens biedt de website diverse overzichten, waaronder ‘Institutions and sites’ welke een springplank is naar alle belangrijke instellingen op het vakgebied, met handige hyperlinks naar de online inventarissen en catalogi. In 2013 maakte Van Adrichem ook een nieuw ontwerp voor de website, die nog steeds door Elen als webmaster wordt onderhouden.
Helaas zijn ons in de loop van 33 jaar drie redactieleden ontvallen. Van Tatenhove overleed in 2010, Loeffler in 2016, beide ‘in het harnas’, en Bolten recentelijk in 2021, negen jaar na zijn aftreden. In nummer 33 (2010) verscheen een In memoriam van Van Tatenhove. Nummer 41 (2017) – het dikste tot nu toe – was opgedragen aan Loeffler. Het jubileumnummer 50 is opgedragen aan de nagedachtenis van Jaap Bolten, met achterin een In memoriam.
Met de verschijning van het vijftigste nummer is na 33 jaar een nieuwe fase aangebroken. Oudgedienden Thera Folmer-von Oven, Charles Dumas en Robert-Jan te Rijdt hebben in 2021 na dertig jaar afscheid genomen van de redactie. Zij zijn opgevolgd door een volgende generatie van in de grafische kunsten gespecialiseerde kunsthistorici: Marleen Ram (conservator tekeningen bij Teylers Museum, aangetreden in 2018), Jan de Klerk (conservator bij het Stadsarchief Amsterdam, aangetreden in 2019), Joyce Zelen (Jacoba Lugt-Klever Fellow, Fondation Custodia/RKD, aangetreden in 2019) en Daan van Heesch (hoofdconservator prenten en tekeningen bij de KBR-Koninklijke Bibliotheek van België, aangetreden in 2021) die gezamenlijk Delineavit et Sculpsit met nieuw elan voortzetten, onder leiding van de nieuwe voorzitter Peter van der Coelen.
The present editors of Delineavit et Sculpsit, from left to right: Daan van Heesch, Joyce Zelen, Peter van der Coelen, Albert Elen, Marleen Ram, Jan de Klerk, on 20 May 2022 in Teylers Museum